Koren- en pelmolen Simson was een rietgedekte achtkante stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk. De kap was met riet gedekt. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 76 voet. De kap liep op rollen. Bij de afbraak had de molen een gietijzeren as.
De molen is gebouwd in 1819 en had als voorganger een pelmolen van vóór 1748, een standerdmolen. In 1819 was deze eigendom van Geert Claassen Stuvezak, later genaamd Stuivinga, die de molen liet afbreken wegens ouderdom. De molen was oorspronkelijk een pelmolen met twee pelstenen. In 1844 is hij tevens ingericht tot korenmolen, de vergunning hiertoe werd op 14 juni 1844 verleend. Op 22 maart 1882 wordt vergunning verkregen een stoommalerij achter de molen te stichten.
In 1830 wordt de molen ‘een voor weinige jaren nieuw gebouwde pelmolen' door de erven Hindrik Balsters Stuivinga verkocht aan Balster Fokkes. Sinds 1865 was Jan Willem Maarhuis eigenaar. In 1917 verkopen de erven Jan Willem Maarhuis, in totaal zes kinderen, de molen aan Derk Schuur. In 1921 kocht Johannes Moorlach de molen en het molenaarshuis voor f.10.850. Mulder is dan (tot 1937) Ko Veenstra. In 1937 liet Moorlach de molen slopen en vervangen door de meelfabriek Moorlach, die nog altijd in het dorp staat
Standplaats: 1 km ten noordoosten van de kerk, ten zuiden van de weg, nabij het station en ten noorden van de spoorlijn. Coördinaten: 243,93#603,88.