Koren- en pelmolen De Wijmers (ook bekend als 'Muda's Molen') was een slanke rietgedekte achtkante stellingmolen op een houten tussen- en een stenen onderstuk. De stellinghoogte bedroeg 28 voet. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden in 1830 een vlucht van 72 voet. De zelfzwichting werd in 1895 aangebracht door molenmaker Chr. Bremer van Middelstum. De molen was oorspronkelijk een pelmolen met twee paar pelstenen. Op 5 oktober 1836 werd vergunning verleend rogge- en weitstenen in de pelmolen te plaatsen.
De molen is mogelijk gebouwd in 1804, maar waarschijnlijk is dit het bouwjaar van het molenhuis. Een vorige pelmolen op deze plaats is gebouwd tussen 1711 en 1744. Deze molen werd in 1799 aangekocht door Eisse Jans.
Eigenaars zijn geweest: onder andere in 1814 Eisse Jans ter Borg (hij nam in 1811 de naam Ter Borg aan) en Jantje Jacobs; sinds 1836 en in 1857 Klaas Tiddes Muda; sinds 1875 en in 1906 Tidde Muda.
De molen is afgebroken in 1917, het molenaarshuis is afgebroken in 1927. Een naamsteentje van dit huis bevond zich in het Museum van Oudheden te Groningen. De tekst op het steentje luidt: ‘Eise Ians en Iantie Iacobs anno MDCCCIV’.
Standplaats: aan de zuidzijde van het dorp aan de oostzijde van het kanaal De Wijmers. Coördinaten: 245,50#594,46.