Koren- en pelmolen Adam is een zeer grote met dakleer gedekte achtkante stellingmolen op een wit houten tussenstuk en een hoog stenen onderstuk. De kap is met dakleer bekleed. Eerder was de romp van de molen met hout en de kap met riet gedekt. De roeden zijn oudhollands opgehekt en hebben een vlucht van 84 voet (23,75 m). De molen heeft een gietijzeren as van De Prins van Oranje ‘s-Hage nr.1431-1894.

De molen is gebouwd in 1875 in opdracht van H. Geertsema. Bij de bouw werd gebruik gemaakt van een poldermolen uit 1790, die in 1817 werd verbouwd tot pelmolen ‘De Adam’, staande in Bedum aan het Boterdiep. Bij de verplaatsing per schuit werd het achtkant ingekort. Op deze plaats in Delfzijl stond eerder een stellingmolen, gebouwd vóór 1738 ter vervanging van een standerdmolen van vóór 1628. Deze stellingmolen is op 7 juni 1875 afgebrand na blikseminslag.

Eigenaars: tot 1885 H. Geertsema; Gebr. Spithorst; in 1894 Harmannus Dieterman; sinds 1940 Hendrik Dieterman; sinds 10 juli 1948 Jarke Hekman; sinds 1 december 1950 B. Schuurman; sinds zomer 1954 de gemeente Delfzijl (voor f.35.000).

In 1910 werden twee gebruikte roeden (voor f.425) van een molen uit Monnikendam gestoken. In 1914 en 1924 kreeg de molen nieuwe stenen. In 1929 is een motor van 10 pk in de molen aanwezig. Sinds 1944 heeft de molen een ijzeren kruiwerk, aangebracht door H. Wiertsema. In 1958/59 is de molen hersteld door molenmaker J.D. Medendorp uit Zuidlaren, kosten f.27.054. Bij deze restauratie werden twee paar stenen verwijderd (gortstenen) en verkocht aan Offringa te Warffum. Op 14 mei 1959 werd de molen officieel weer in gebruik genomen. In 1997 werd de gehele stelling vervangen, in 1999 werden diverse balken in de kap vernieuw en in oktober 2000 herstelde molenmaker Jellema uit Birdaard de romp en het wiekenkruis.

Standplaats: in het midden van het dorp zuidzijde, op een grotendeels afgegraven molenberg. Coördinaten: 257,4#594,9.