De hondenmolen van Liewes

De hondenmolen van Liewes

Leek

Het verhaal

In 2003/2004 schreef toenmalig redacteur Jaap van Driel van wat toen De Nieuwe Zelfzwichter heette, een drietal artikelen over molens op spierkracht, destijds mede vanwege het Jaar van de Boerderij. De hondenmolen van Diepswal bij Leek nam in die artikelen een centrale plek in. In het kader van de Tocht om de Noord 2014 in het Westerkwartier is het interessant om deze bijzondere verdwenen molen nog eens te beschrijven.

Eeuwenlang werd naast wind- en waterkracht op kleinschalige schaal ook dierlijke en soms menselijke kracht gebruikt om diverse werktuigen in beweging te zetten. Deze vorm van krachtoverbrenging is ouder dan het gebruik van wind- en waterkracht: in het Oude Testament van de Bijbel wordt immers al gesproken over de overmeesterde Simson die zijn dagen moest slijten met het aandrijven van maalstenen... In tijden waarin een organisatie als de Partij voor de Dieren en mensenrechtenorganisaties nog geen rol speelden werden, voornamelijk op boerderijen en in kleine bedrijfjes, diverse kleine molens op spierkracht aangedreven.

Van Driel is in 2004 zelf op onderzoek uit gegaan om uit te vinden hoe het precies met de hondenmolen zat. Aanleiding was een krantenknipsel over deze molen die hij in het Groninger Molenarchief gevonden had. Van Driel kwam in contact met de familie Liewes wiens voorouders met de molen hadden gewerkt. Thans is op de plek van de molen een café/cafetaria gevestigd onder de naam Perron 16. Hij schrijft hierover:

‘De hondenmolen bevond zich in de doorrid van het café. Dat is een onderdakse gang waarin een koets kan stoppen om de passagiers droog te laten uitstappen. Tegenwoordig zijn de grote houten deuren aan de terraskant vervangen door een glaswand en op de plaats van de hondenmolen bevindt zich een bar. Het hondenrad was bijzonder groot: afgaand op de lengte van de (oudste) dochter van E. Liewes sr. schat ik de zichtbare hoogte van het rad op een dikke drie meter. De schoondochter die ik sprak, maakte me er op attent dat het rad ook nog bijna een meter in de vloer stak. De diameter moet dus wel bijna vier meter zijn geweest. Een grote hond kan daarmee flink wat energie opwekken. Het loopvlak van de hondenmolen was 80 centimeter breed en het was voorzien van dwarslatten tegen het uitglijden. (...) De as van de hondenmolen ging door de muur en met drijfriemen konden diverse machines worden aangedreven.’

Waarschijnlijk werd een Deense dog gebruikt om de molen aan te drijven. Liewes kon hiermee diverse houtbewerkingsmachines laten werken. Het schijnt zo te zijn dat de dochter(s) van Liewes soms mee moest lopen met de hond als er zwaar zaagwerk plaats moest vinden.... Na 1945 werd de wetgeving op het gebied van dierenbescherming dermate dat deze arbeid niet meer toegestaan was. Hiermee is wel een stukje unieke geschiedenis verdwenen. Een enkele tredmolen is in Nederland nog wel te vinden. Eén van de meest bijzondere nog bestaande tredmolens is die in de Koppelpoort in Amersfoort. Deze werd door menskracht bediend en had als doel het open en dicht kunnen doen van de afsluiting in de waterpoort!

Uit het archief

Een overzicht van documenten en afbeeldingen uit onze database:

Documenten
Dubbeltik om de kaart actief te maken

Molengegevens

Adres: Diepswal 16, Leek
Functie: zaagmolen
Type:
Bouwjaar: 1902
Ten Bruggencatenummer: 15940