Deze koren- en pelmolen was een rietgedekte achtkante stellingmolen op een stenen onderstuk. De kap was met riet gedekt. De roeden waren oudhollands opgehekt.
De molen is gebouwd in 1760. Oorspronkelijk was het een pelmolen, maar in 1819 al pel-, rogge- en weitmolen. Eigenaars: in 1819 Jan Jelles Mulder (pelmulder), sinds 1819 Gerrardus Jans Beckeringh (van Nieuwolda), sinds 1821 en in 1825 Johannes van Weerden (mulder), sinds 1839 tot de everkoop in 1846 Olchert W. Tuinier, sinds 1846 en in 1848 H.J. Duursema, in 1859 verkoop door Wed. H.J. Duursema, sinds 1859 A.K. Stikker, in 1869 J.B. Bebingh (van Garsthuizen), sinds 1873 F. Nienhuis (uit Garrelsweer), J. Wieringa.
Tijdens de storm van 16 op 17 december 1869 werd de molen beschadigd (onder J.B. Bebingh). In januari 1921 is de molen door Brons afgebroken.
Standplaats: 900 m ten noord-noordwesten van Opwierde aan de zuidzijde van het Damsterdiep aan de grindweg en het Damsterdiep, 500 m ten oosten van Appingedam. Coördinaten: 253,75#593,78.