Zaagmolen De Twee Gebroeders, ook bekend als ‘Molen Van Houten’, was een achtkante met horizontale witte spanen gedekte stellingmolen, op een schuur en een met spanen gedekte kap. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting. De molen was (in 1828) uitgerust met drie sleden. De achtkantstijlen hadden volgens molenmaker Oudschoonebeek een lengte van 18 meter.

In 1754 koopt Abbe Hansen de Jong 5 grazen land, zijnde het derde stuk vanaf de Stad. Begin 1755 werd hier voor Abbe Hansen de Jong en Hans Hansen de Jong een molen gebouwd, zij waren respectievelijk voor 2/3 en 1/3 eigenaar.

Eigenaars: Abbe Hansen de Jong en Hans Hansen de Jong tot 1761; in 1761 wordt de sociëteit ontbonden en sindsdien is Abbe Hansen de Jong alleen eigenaar; later Hans Abbes de Jong (overleden 1806); daarna Terpstra; van Bergen en Comp in oktober 1811; sinds 1811 Willem Arkema, tot 1827; sinds 1827 Jacob Cardinaal; sinds 1831 Derk Hinriks van Houten (overleden in 1864) en Barbara Elisabeth Meihuizen, tot 1864; daarna zijn zoons Hindrik van Houten (overleden in 1883) en Jacob van Houten; sinds 1883 de weduwe H. van Houten en Jacob van Houten onder firma D. van Houten, in 1895 werd de vennootschap ontbonden.

In 1867 stond er een stoomwerktuig in de molen en in 1895 ging men over op elektrische drijfkracht, waarbij het bedrijf zelf de elektriciteit opwekte. Hiermee was het bedrijf de eerste elektrische zagerij in Nederland. In 1903 is de molen gedeeltelijk afgebroken, hij stond sindsdien zonder kap en roeden. In 1906 werd het restant afgebroken. De kap en de roeden gingen naar Winterswijk.

Standplaats: 900 m ten oosten van de toren aan de zuidzijde van het Damsterdiep, schuin tegenover de Zaagmuldersweg (iets naar het westen). Coördinaten: 234,90#582,17.