Deze poldermolen was een achtkante rietgedekte grondzeiler op veldmuren, hij had een rietgedekte kap. Beide houten roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 17,50 m. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de Kleine Oosterpolder, groot 235 ha en opgericht in 1825. Sinds 1916 was er als hulpkracht een locomobiel op dezelfde schroef. Sinds 1946, de molen had toen nog maar één roede, is er een Deutz-diesel van 35 pk. Vaste molenmaker was Wiertsema.
De molen is gebouwd in 1866, als opvolger van een afgebrande spinnenkop uit (waarschijnlijk) 1825, waarvan de locatie niet exact bekend is. Mulders zijn geweest: J. Leentjer (klompenmaker), daarna J. Schrik. Voorjaar 1953 is de molen afgebroken door molenmaker Medendorp, de sloopvergunning was op 24 juli 1952 verleend
Standplaats: 1,3 km ten noordwesten van de kerk en 700 m ten zuidwesten van de Ritzerdijk. (Tussen de Freylemamolen en de Grootepoldermolen). Coördinaten: 248,49#582,20.