Deze poldermolen was een rietgedekte achtkante grondzeiler op veldmuren. De kap was met riet gedekt. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 72 voet, 20,20 m. De molen was uitgerust met een schroef (diameter 1,32 m) en bemaalde de Noorder-Olingerpolder (200 ha), opgericht in 1868. De opvoerhoogte bedroeg circa 2 m. De oorspronkelijke polder Oling werd door het graven van het Eemskanaal in tweeën gedeeld.
De molen is gebouwd in 1871 door J.H. van der Veen uit Mensingeweer, na het graven van het Eemskanaal, de aanbesteding vond op 28 oktober 1870 plaats. De as was afkomstig van een poldermolen uit Meedhuizen. In 1939 is de molen voorzien van een stroomlijnneus, door molenmaker A. Dreise uit Woltersum. Mulder was S. Kuper.
In 1947 kwam de molen buiten gebruik na installatie van elektrische bemaling in samenwerking met een andere polder. Op 22 december 1951 werd een sloopvergunning verleend en in februari 1952 is de molen afgebroken.
Standplaats: 1,5 km ten zuid-zuidwesten van Appingedam, westelijk van de Groeve. Coördinaten: 252,3#592,3.