Deze korenmolen was een rietgedekte zeskante stellingmolen op een stenen onderstuk met een lage stelling. De kap was met riet gedekt, beide roeden waren voorzien van zelfzwichting. De molen was uitgerust met één koppel stenen. Hij is gebouwd in 1798. Er was een standerdmolen als voorganger, deze molen dateerde van vóór 1628. Ten westen van de molen stond een sarrieshut.

Eigenaars zijn onder andere geweest: in 1803 verkoop door J.J. Blokzijl aan E. Hendrik Freerks; tot 1817 Jan Derks Kubbe (gekocht van Freerks); Pieter Jacobs Veldman; weduwe P.J. Veldman (zij huwde met E.J. Kroes); in 1825 Evert Jurjens Kroes (geen eigenaar), tot 1830 weduwe E.J. Kroes; Berend Arents Klimp (overleden in 1835); onder andere in 1889 en 1904 Thomas B. Klimp; Joh. Klimp; sinds 1920 A. Swabedissen.

Sinds 1896 is er een locomobiel als hulp-krachtbron in gebruik, sinds 1904 een Brons motor. In 1927 werd de molen geheel hersteld, hierbij werden de roeden gebruikt van een poldermolen uit Zuidhorn. In de jaren twintig onder Swabedissen werd door molenmaker H. Wiertsema uit Scheemda een ijzeren as gestoken. Op 31 januari 1930 werd de molen door een storm grotendeels vernield. Een bericht in de Tilburgse Courant van 31-10-1930 meldt: 'Door den hevige storm is hedenmorgen de korenmolen van den heer Swabedissen te Siddeburen omgewaaid en op het daarnaast gelegen huis van den eigenaar terecht gekomen. Zowel de molen als het huis zijn grotendeels vernield. De bewoners van het huis hebben als een wonder geen letsel bekomen. Twee jongens sliepen in een bed, dat op slechts enige voeten afstand stond van de plaats, waar de molen op het huis is terecht gekomen'. In april 1945 werd de overgebleven romp bij gevechten opnieuw beschadigd. Het zeskante onderstuk bleef gespaard en werd later omgebouwd tot woning.

Standplaats: 1 km ten zuidwesten van Siddeburen, noordzijde van de weg, 1,1 km ten zuidwesten van de kerk. Coördinaten: 252,78#585,20.