Deze poldermolen was een achtkante rietgedekte stellingmolen op veldmuren, met een rietgedekte kap. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de polder Kleinemeer, groot 361 ha en opgericht in 1775.

De molen is gebouwd in 1776. Als hulpkracht was er een stoomgemaal, sinds 1906 een zuiggasmotor (gebouwd door fa. E.J. Smit te Hoogezand) en sinds 1919 een elektromotor. Mulder was onder andere G. Niemeyer.

In 1894 is de molen afgebroken: “Het bestuur van het waterschap Kleinemeer overwegende dat de windmolen grote reparatie nodig heeft met name nieuwe as en roede, verkruitoestel, de omkleding van riet en planken en de molen meer en meer ingesloten wordt door hoog opgaand hout en huisaanbouw hebben  besloten de windmolen af te breken en uitsluitend het stoomgemaal te gebruiken”.

Op een bord in het onderstuk stond de tekst: Wind 1776 - Stoom 1895 - Gas 1906 -  Elektriciteit 1919

In het voorjaar 1940 werd het onderstuk afgebroken, het Kleinemeersterdiep werd gedempt en de gebouwen gesloopt. De molen werd als korenmolen te Zuideinde, gemeente Eelde, weer opgebouwd door molenmakers Jan, Gerard en Albertus Ritzema te Stroobos. Daar is de molen afgebroken in 1918.

Standplaats: Kleinemeer, 600 m ten zuidwesten van de kerk aan de Kleinemeerseweg. Coördinaten: 248,57#575,91.