De toekomst van de Aeolus in Adorp is helaas zeer onzeker. De molen is in 2014 van de curator in eigendom overgegaan naar een particulier die meer bood dan de dorpsvereniging van Adorp. Het voortbestaan van deze vervallen molen dat al onzeker was zal hiermee zeker ook onzeker blijven. Een dertigtal jaren eerder was deze molen nog een stralende verschijning aan de N361. Molenaar Kruijer liet de molen samen met een vrijwillige molenaar draaien. In 1988 overleed Kruijer echter plotseling en sinds de molen in handen van enkele particulieren kwam ging de situatie steeds verder achteruit.
De molen werd in 1851 gebouwd en bij de bouw zakte de stenen onderbouw direct scheef. Het bovenachtkant staat echter wel waterpas doordat de bovenkant van de onderbouw wigvormig is gemetseld. Qua bouw en inrichting, die van koren- en pelmolen, is de Aeolus een typische Groninger molen en is ook lange tijd als zodanig in gebruik geweest. De molen is in het verleden bediend geweest door onder andere telgen uit de bekende molenaarsfamilies Edens en Hazekamp.
Eén aspect uit de geschiedenis van de molen is naar alle waarschijnlijkheid toch de meest bijzondere en ook uniek in de Groninger Molengeschiedenis: de Aeolus is in 1956-’57 ingericht als proefmolen voor elektriciteitsopwekking. Tegenwoordig kennen we uiteraard de grote windturbines die stroom opwekken, maar vanaf 1952 zette de Stichting Elektriciteitsopwekking door Windmolens zich in voor het gebruik van de ouderwetse windmolens als elektriciteitsopwekkers. Op diverse molens in Nederland werden proeven gedaan om te kijken hoe een authentieke windmolen gebruikt kon worden voor het opwekken van stroom. De Aeolus werd hiervoor helemaal gerestaureerd. Het gevlucht van de molen, dat tot dan toe op slechts één roede met zelfzwichting was uitgerust, kreeg op beide roeden zelfzwichting in combinatie met het Van Busselstroomlijnsysteem. Daarnaast kreeg de molen een zogenaamde rondgaande kruiketting met motor die de kap van de molen op de wind kon houden door middel van een windvaan achter op de kap van de molen. De bedoeling was om de molen 24 uur per dag automatisch in bedrijf te houden, uiteindelijk met het doel om een generator elektriciteit op te kunnen wekken. Op de Aeolus echter is het systeem snel weer verdwenen en ging de molen weer als gewone koren- en pelmolen dienst doen. De tijd heeft inmiddels geleerd dat de oude windmolens door hun lage rendement en hoge storingsgevoeligheid niet geschikt zijn voor elektriciteitsopwekking. Het is te hopen dat de Aeolus in de toekomst als vanouds weer als echte Groninger koren- en pelmolen zijn diensten kan bewijzen.
Johan van Dijk (2014)
Nu de molen eind 2019 in eigendom is gekomen van Molenstichting Winsum ziet de toekomst er een stuk rooskleuriger uit. Met een grondige restauratie is in 2020 een begin gemaakt.