Koren- en pelmolen ‘De Klatter’, ook bekend als ‘Zeldenrust’ of ‘Kosters Molen’, was een achtkante met horizontale planken gedekte stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk en met een houtgedekte kap. Eén roede was voorzien van zelfzwichting. In 1831: een achtkante molen met spaan gedekt, de vlucht bedroeg 79 voet en de molen was uitgerust met twee paar pelstenen en één paar breekstenen. Oorspronkelijk was het alleen een pelmolen, door W.T. Hut is hij mede ingericht tot korenmolen. In 1904 is vergunning verleend tot het plaatsen van een stoommachine, later vervangen door een ruwoliemotor (1924).

De molen is gebouwd in 1817 voor Wybrandus Kranenburg. Op de kaart van 1837 staat deze molen aangegeven. Eigenaars waren: Wybrandus Kranenburg; H. en C. Sytzema, negocianten te Amsterdam; sinds 1829 Tonnies Harms Hut; in 1855 W.T. Hut; J. Bronger circa 1867; H.H. Koster; de Raad; L.van Dijk onder andere in 1904; L. Koster; F. Koster.

De molen is afgebrand op 4 november 1938. Er zouden van deze molen meer stenen onder de grond zitten als er boven.

Een sluitsteen boven de ingang had de tekst: 'Gebouwd in het Jaar 1817 door Wibrandus Kranenburg en Grietje H. Hut Ehl'

Standplaats: in het dorp, iets ten westen van de kerk aan de noordzijde van de Pekela. Coördinaten: 263,39#569,56.