Deze poldermolen was een spinnekop op een vierkant houten onderstuk. Beide roeden waren oudhollands opgehekt. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de polder De Deellanden (82 ha, opgericht in 1866) op het Kardingermaar. Een andere spinnekop in hetzelfde bemalingsgebied De Deel stond mogelijk aan de zuidzijde van het Boterdiep en bemaalde de polder van J.D. Huizinga (volgens de gegevens B. van der Veen, maar volgens C.C. Geertsema is de molen waar Huizinga een vergunning voor kreeg niet gebouwd).
Hij is gebouwd in 1867 (vergunning verleend aan K.J. Woldinga in 1866). Tijdens een storm op 1 februari 1934 is de molen vernield, in 1936 staat hij er nog zonder kop. Hij komt voor op de waterstaatskaart van 1874.
Standplaats: 2 km ten westen van het dorp aan het Kardingermaar. Coördinaten: 236,75#594,52.