Koren- en pelmolen ‘De Drie Gezusters’ was een met dakleer gedekte houten achtkante stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk. De kap was gedekt met dakleer. De molen had omstreeks 1910 nog een houten as en roeden.
De molen is in 1852 gebouwd als pelmolen, in opdracht van S.A. Medum. Voor die tijd stond er op deze plaats een kleine korenstellingmolen (stellinghoogte 14 voet) uit 1822, eigendom van mulder en broodbakker Koert Jans Davids. Tot 1856 was Medum eigenaar van de molen. Na het overlijden van Medum werden de molen, de bakkerij en de winkel voor f.8455 verkocht. Latere eigenaars zijn: R.G.Kolk in 1876, tot 1881 de weduwe R. Kolk, in 1896 en 1901 J. Balkema, in 1906 H. Nienhuis en in 1933 Onne Nienhuis.
Bij een storm in januari 1929 is van een eind van de roeden het achterhek afgewaaid. Op 6 september 1933 brandde de molen tot de grond toe af. Bij deze brand gingen eveneens de bakkerij met loods van Osinga en een pakhuis van Heidema verloren. De molen was een ‘seinmolen’ voor smokkelaars.
Standplaats: in het dorp. Coördinaten: 215,8#594,9.