De koren- en pelmolen van Westerlee was een achtkante, met horizontale planken gedekte stellingmolen op een stenen wit tussen- en onderstuk en met een houtgedekte kap. De roeden waren oudhollands opgehekt, later is één roede voorzien van zelfzwichting. In 1945 een gebruikte Pot-roede van een afgebrande molen uit Termunten aangebracht en sinds die tijd hadden beide roeden zelfzwichting.
De molen is gebouwd in 1852 voor Jan Nicolaas Mulder. Hij verving een dat jaar afgebroken voorganger, een standerdmolen uit circa 1650.
Eigenaars zijn onder andere geweest Jan Nicolaas Mulder tot circa1870; H.J. Mulder (in 1875); Br. Trenning; K.R. Luth; en vanaf mei 1933 H. Bulder. De pelstenen zijn ooit uit de molen verwijderd. Als hulpkracht was er een elektromotor van 12 pk. Sinds 1946 stond de molen met één roede, in 1954 was hij geheel zonder roeden. Hij is afgebroken in 1957 (sloopvergunning verleend op 7 december 1955). Het onderstuk is nog aanwezig.
Op een steen in het muldershuis staat: B.J.T. A.E.T.
18 90
Standplaats: aan de noordoostzijde van het dorp, ten noorden van de Heereweg en ten zuiden van de Molenlaan. Coördinaten: 262,07#574,25.