Zaag- en oliemolen ‘Zaandam’ was een houtgedekte stellingmolen op een houten tussen- en onderstuk. De molen stond op een schuur, de loodsen stonden in de richting west-oost. De stiepen waarop de molen stond waren in 1931 nog aanwezig. De stellinghoogte bedroeg 30 voet, de roeden waren oudhollands opgehekt en hadden een vlucht van 68 voet. De molen was uitgerust met drie zaagsleden.
De molen is gebouwd vóór 1811, in dat jaar heet de molen 'voor enige jaren nieuw gebouwd'. Eigenaars zijn geweest: Jakobus de Bour, sinds 1811 Willem Jans Wierda, tot 1894 Hendrik Willems Wierda. De molen werd in 1821 van een olieslagwerk voorzien. In 1831 omvat de olieslagerij één paar kleine stenen (de zogenaamde pletterij), zes stampers, twee heien en twee oliebakken.
Omstreeks 1895 is de molen verdwenen. Bij de molen stonden twee inmiddels ook verdwenen kalkovens, in 1811 werd een kalkbranderij bij de molen genoemd. Het woonhuis ‘Zaandam’ bij de molen was in 1931 nog aanwezig.
Standplaats: aan de noordzijde van het Zijldiep (Winsumerdiep), ten zuiden van de weg naar Schouwerzijl, 400 m ten westen van de brug. Coördinaten: ca. 229,6#594,65.