Deze poldermolen was een achtkante geasfalteerde houten bovenkruier op veldmuren, met een geasfalteerd houten kap. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de Scharmer Kloosterpolder (groot 343 ha) op het Nieuwe Rijpmakanaal. De polder is opgericht in 1845, tevens het bouwjaar van de molen (er zat een steen met het jaartal in het muurwerk). Sinds 1912 is de polder met de Nieuwe Rijpmapolder gecombineerd tot het waterschap Scharmer.
Huurder was Tamminga, daarna A. Jurjens. Sinds 1910 is er als hulpkracht een vaste locomobiel van 30 pk, sinds 1931 een ruwoliemotor in een afzonderlijk gebouwtje. Omstreeks 1915 is de as verlengd met 600 kg door molenmaker A. Dreise. De molen is afgebroken in 1936. In 2008 was nog een restant van de waterinlaat en van de fundering met vloer van het gemaal aanwezig.
In de veldmuren aan de zuidwest-zijde bevond zich een steen met onderstaande tekst (deze gevelsteen bevindt zich nu in het gemaal De Woudbloem):
HULDE AAN Mr JOHAN, DIDERIK TRESLING
Ten allen tijd zij u deez’ zerk
Van onzen Dank voor ‘t polderwerk
Een blijk, door ze mee opterigten
Begunstigd om hier nut te stichten
KLOOSTER-POLDER 1845
Standplaats: 1,2 km noord-noordoostelijk van de begraafplaats aan de zuidzijde van het Nieuwe Rijpmakanaal. Coördinaten 243,67#582,38.