Poldermolen de Meerlandstermolen was een achtkante grondzeiler. De roeden hadden een vlucht van 23 m. De molen had twee Pot-roeden: de buitenroe nr.2136 uit 1909 met een lengte van 23,10 m en de binnenroe nr.2161 uit 1910 met een lengte van 22,90 m, beide nieuw voor deze molen besteld. In 1891 werd de molen van zelfzwichting voorzien. De molen was uitgerust met twee schroeven met diameters vam 1,54 en 1,20 m en bemaalde de polder Huninga-Meerland, groot 700 ha en opgericht in 1848.
De molen is waarschijnlijk gebouwd in 1849 (mr. J.F. Viƫtor, c.s). In 1886 werd naast de molen een hulpstoomgemaal gebouw. Molenaar G. Feikens was tevens machinist van het hulpstoomgemaal. Dit stoomgemaal werd pas in werking gesteld bij ongunstige wind en als het polderpeil 50 cm boven het vastgestelde peil stond.
In 1921 is de molen afgebroken, tegelijk werd ook het bij de molen staande hulpstoomgemaal afgebroken. Zij werden vervangen door een elektrisch gemaal. In 1966 werd de bemaling gecombineerd met die van De Groeve- en Binnenlanderpolder en in 1972 ging het geheel op in het toen gestichte bemalinggebied Huninga.
Standplaats: iets ten oosten van Midwolda, 600 m ten zuidwesten van de driesprong. Coƶrdinaten: 265,28#580,37.