De molen van de Nonnegaatsterpolder was een achtkante met wit hout gedekte grondzeiler op een met horizontale planken gedekt onderstuk en met een houtgedekte kap. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting. De molen had twee pot-roeden, een buitenroede nr.2175 uit 1910 met een lengte van 22,50 m en een binnenroede nr.2186 uit 1911 met een lengte van 22,00 m. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de polder Nonnega, groot 711 ha, op het Termunter Zijldiep. Het eerste molencontract voor bemaling van de polder dateert van 22 november 1792. Een tweede molen van deze polder, de Knuifster watermolen bij De Heemen, is in 1893 afgebrand en in 1894 vervangen door een stoomgemaal.
De molen bij Nieuwolda is gebouwd in 1793. Architect van de polder was P.G. Cremer te Nieuwolda. Huurder was H. Dekker. De molen is afgebroken in 1938. Hij komt voor op de stafkaart van 1854 en de waterstaatskaart van 1874, op de laatste kaart als zijnde buiten gebruik.
Standplaats: 500 m noordelijk van Nieuwolda, aan de oostzijde van het Termunter Zijldiep. Coördinaten: 260,97#585,99.