De Westersche Molenpolder, groot 661 ha, werd in 1798 als Scheemderhamrikster Molenkolonie opgericht. In dat zelfde jaar werd hier aan het Buiten Nieuwediep de voorganger van de huidige Westerse Molen gebouwd. In de nacht van 16 op 17 september 1862 brandde de molen af. Binnen een maand na de brand, op 8 oktober 1862, vond de aanbesteding voor een nieuwe molen plaats. De molen werd geheel met dezelfde afmetingen op de oude fundamenten herbouwd door molenmaker Kamphuis uit Nieuwolda. In 1878 werd een stoomgemaal naast de molen gebouwd en sinds die tijd fungeert de molen als hulpgemaal. In 1893 kreeg de molen een gietijzeren bovenas en werd het wiekenkruis voorzien van zelfzwichting. Dit is in 1994 weer vervangen door oudhollands opgehekte roeden.

In 1967 ging het waterschap Westerse Molenpolder met naburige polders op in het nieuwe Waterschap Oldambt. Daarna zijn de molenaarswoning en het gemaal afgebroken. De molen bleef wel behouden en behield zijn functie als reservegemaal. In 1970 is de molen gerestaureerd in het kader van de wet 'Behoud Waterschapswerken in Oorlogstijd', door molenmakers Roemeling & Molema voor f 43.500.

Daarna werd de molen lange tijd slecht onderhouden en raakte hij in steeds slechtere conditie. Nadat in 2008 een rijkssubsidie in het kader van de 'Regeling Rijkssubsidiëring Wegwerken Restauratieachterstand' was verkregen kon een grote restauratie worden uitgevoerd door molenmaker Doornbosch uit Adorp. Op 24 september 2011 werd de feestelijke opening verricht en in 2012 kon de molen, die ook wel wordt aangeduid met de naam Zeldenrust, op grootse wijze zijn 150-jarig bestaan vieren.

Op 1 augustus 2019 is begonnen met de ontmanteling van de molen als eerste stap van een nieuwe restauratie.