Deze rogge-, pel- en oliemolen was een achtkante grondzeiler. De roeden hadden een vlucht van 66 voet. De molen was uitgerust met één paar rogge-, één paar pel- en één paar oliestenen, later waren er alleen twee paar maalstenen.
De molen is gebouwd in 1802, bij de bouw werd gebruik gemaakt van een molen uit Dankern (Kreis Meppen). Uit september 1802 dateert een request van Hindrik Waalkens, pelmolenaar op de Bult (Franse archieven nr.56).
Eigenaars zijn geweest: Frans Lubberman, onder andere in 1814; Hendrik Franssens Lubberman, onder andere in 1825; tot 1857 Johan Bohse; Theodor Bohse; vanaf 1859 Willem Pieters Smeenk, onder andere nog in 1881. De molen is stilgezet in 1911 en afgebroken in 1915 (mededeling weduwe Meenderink) of 1917 (zie Peters).
Tijdens onweer op 7 augustus 1856 sloeg de bliksem in de molen, de brand werd snel geblust, maar er was aanzienlijke schade aan het houtwerk. Het oude molenhuis is afgebrand in januari 1932, dit stond achter het tegenwoordige huis van de weduwe Meenderink. De lindeboom staat er nog, de molen stond ten noorden van deze lindeboom. De molenstenen liggen in Vlagtwedde in de smederij van Lutler, thans Driessen en een andere bij de smid in Sellingen, en één ter plaatse.
Standplaats: 1,5 km ten noord-noordoosten van de kerk tegenover ‘Molenkampen’. Coördinaten: 273,89#553,42.