Deze pel- en oliemolen was een rietgedekte achtkante stellingmolen op een houten tussen- en een stenen onderstuk, de kap was met riet gedekt. Beide roeden waren kort vóór 1900 voorzien van zelfzwichting en hadden in 1829 een vlucht van 70 voet. Enkele jaren voor 1810 was de molen tevens oliemolen, in 1810 was het al geen oliemolen meer.

De molen is gebouwd in 1779 als opvolger van een rietgedekte  molen van vóór 1740. Eigenaar was sinds 1781 Klaas Mennes; voor 1810 erven Klaas Mennes van Delden, sinds 1810 tot 1816 Hindrik Willemsen, sinds 1816 en in 1839 Evert Jans Mulder, in 1855 tot 1877 Rotger Freerk Mulder, in 1877 en 1878 R.D. Aalfs, sinds 1878 de fa. Abel Makken. In de winter van 1909 op 1910 is de molen afgebroken. Hij is herbouwd in 1910 te Lattrop (gemeente Denekamp), na verkoop voor f.1400 aan molenaar Johannes Oortman aldaar. De onderdelen van de afgebroken molen werden per schip naar de nieuwe standplaats vervoerd. De herbouw aldaar werd uitgevoerd door molenmaker Rudolph van Housselt uit Coevorden.

Standplaats: tussen de Rijksweg en het Damsterdiep (noordelijke oever) bij de Kleine Heekt oostzijde, ten westen van het tichelwerk, 750 m ten westen van centrum Appingedam. Coördinaten: 252,12#593,7.