Deze poldermolen was een houtgedekte spinnekop op een vierkante houtgedekte ondertoren. De roeden hadden een lengte van 10,50 meter. De molen was uitgerust met een schroef met een diameter van 0,70 m en bemaalde de Reddingiuspolder (polder 3, 26 ha), opgericht in 1866.
De molen is gebouwd in 1867 in opdracht van J. Folmer Reddingius. Eigenaars zijn verder geweest: Hunninga uit Ten Post; sinds oktober 1933 L. Jongsma uit Slochteren.
Sinds 1924 stond de molen ongebruikt en werd hij verwaarloosd. In november 1939 verloor hij in een storm een roede. In de winter 1940/41 werd de molen geplunderd. Zomer 1941 is hij hersteld (met één roede) in opdracht van de vereniging Stad en Lande, met bijdragen van Het Groninger Landschap en De Hollandsche Molen. In 1943 werd de molen beschadigd (hij verloor askop en roede) door een losgeslagen Engelse kabelballon.
De molen is afgebroken op 4 november 1949, nadat hij op 26 oktober 1949 was stukgewaaid. Het was de laatste spinnekop-watermolen in de provincie.
Standplaats: 800 m ten noorden van de brug, aan het Damsterdiep oostzijde. Coördinaten: 243,96#590,01.