Deze koren- en pelmolen was een zeskante met dakleer gedekte stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk en een met dakleer gedekte kap. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting. De molen was uitgerust met twee koppels maalstenen en twee pelstenen. De bovenas is een de Muinck Keizer uit Martenshoek van omstreeks 1910, afkomstig van de molen te Bedum. In 1926 werd een Pot-roede gestoken afkomstig van de Fledderbosscherpolder.
De molen is gebouwd in 1910 voor B. Schiphuis, door molenmaker H. Wiertsema van Beerta. Een voorganger uit 1872, sinds 1902 eigendom van Schiphuis, was in 1910 afgebrand. Onder andere het zeskant en de kap van de herbouwde molen zijn afkomstig van de molen van Vink te Bedum. Deze molen werd door Schiphuis gekocht voor f.1000. Als hulpkracht was er een Deutz-motor van 17 pk.
Boven de deur staat de tekst: B.S. - M.d.V. - 1910
Op 28 juli 1946 is de molen door brand verloren gegaan.
Standplaats: in het dorp, ten zuidoosten van de straatweg aan het Beerster Zijldiep. Coördinaten: 269,2#577,3.