Poldermolen ‘de Onderwierumermolen' is een rietgedekte achtkante grondzeiler op veldmuren. De kap was met riet gedekt. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 19,50 meter. De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de Onderwierumermolenpolder (241 ha) op het Boterdiep, opgericht in 1834 en gereglementeerd in 1867. De molen is gebouwd in 1854. Hij verving een spinnenkop met een vlucht van 19 meter, die in de nacht van 22 op 23 februari 1854 was afgebrand. De fundamenten van deze molen zijn gevonden in de zomer van 1944 tijdens herstelwerkzaamheden aan de toenmalige molen. Mulder was J. van Dijk.
De molen is afgebroken in de zomer van 1958 door molenmaker J.D. Medendorp, de sloopvergunning dateert van 9 juli 1957. Sinds 1944 werd een elektromotor van 20 pk als hulpkracht gebruikt. Op 30 april 1946 is de molen maalvaardig opgeleverd door molenmaker Takens. Bij het herstel waren onder andere een nieuwe elektromotor en een nieuwe schroef aangebracht. Bij de afbraak in 1958 ging de gietijzeren as (H.J.Koning Foxham nr.58 uit 1901), naar korenmolen Windlust te Noordwolde.
Standplaats 1,2 km ten zuiden van Onderdendam aan de westzijde van het Boterdiep. Coördinaten 235,31#593,75.