Koren- en pelmolen De Ster is een met dakleer gedekte achtkante stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk, staande op een molenberg. De kap was met dakleer gedekt. Eén roede was voorzien van zelfzwichting, later had hij zelfzwichting op beide roeden. In 1981 is één van de roeden voorzien van zelfzwichting met stroomlijnneus en remklep, de andere roe is oudhollands opgehekt. De vlucht bedraagt 22,40 m. De molen is uitgerust met een koppel maalstenen en twee pelstenen. Onderin de molen staat een koppel maalstenen aangedreven door een elektromotor. In de molen zat oorspronkelijk ook een mosterdsteen.
De molen is gebouwd in 1851 in opdracht van Pieter Gerrits Wildeveld, waarschijnlijk door molenmaker H.S. ten Have uit Mensingweer. Er was een standerdmolen als voorganger, die er al stond in 1628. In 1934 was de sarrieshut die bij de molen stond nog aanwezig.
Eigenaars zijn geweest: van 1851 tot 1854 Pieter Gerrits Wildeveld; vanaf 1876 L. Sybolts; J. Bos; tot 1896 J. Knol; sinds 1896 P. Biewinga; sinds 1932 wed. P. Biewinga; L. Noordhof (failliet gegaan); sinds 1 oktober 1947 O. Nienhuis (van Hornhuizen); 21 juni 1951 J. Hekman; 1 juni 1952 H. van Hoorn; sinds 1961 Gemeente Winsum voor f.5000; sinds 1992 Molenstichting Winsum.
Op 29 januari 1938 verloor de molen tijdens het pellen het hekwerk van een roede. In mei 1940 liep de molen oorlogsschade op. Hij is gerestaureerd in de periode 1962-1971 door molenmaker Bremer te Adorp, de totale kosten bedroegen f.81.912. Op 9 september 1971 kwam de molen weer in bedrijf.
Standplaats: in het dorp op de oude molenberg (de westelijke van de twee Winsumer molens). Coördinaten: 230,1#594,45.