Poldermolen De Breeken was een rietgedekte achtkante grondzeiler op veldmuren. De kap was met riet gedekt en beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 19 meter. De molen, gebouwd in 1854, was uitgerust met een schroef en bemaalde de polder De Breeken of Groote Breeksterpolder (204 ha), opgericht in 1838. Hij verving een afgebrande molen uit 1838. In september 1933 werden de wieken voorzien van Dekker-stroomlijnneuzen. In 1950 werd een nieuwe stalen schroef geplaatst, kosten f.8145.
Mulders van deze molen zijn onder andere geweest: S. van der Kooi, H. Dijkema en S. Teerling.
Sinds de herfst van 1954 staat er een ruwoliemotor van 12 pk in de molen en de molen staat sinds dat jaar stil. In 1955 is hij hersteld voor f.7500. In 1963 is de molen onttakeld, het restant is in gedeelten afgebroken, in 1970 is het achtkant verdwenen. De sloopvergunning dateert van 9 november 1964. Op 22 oktober 1963 wordt er een proces verbaal (later gevolgd door een veroordeling door de politierechter) opgemaakt tegen de molenmaker wegens onrechtmatige sloping. Bij de sloop gingen de roeden in 1964 naar De Zaandplatte in Ruinen, de as werd in 1970 gebruikt bij de bouw van de Juffer te Gasselternijveen (mededeling van W.O.Bakker).
Standplaats: 2 km ten zuiden van het dorp aan de oostzijde van het Kardingermaar, ten zuiden van de spoorlijn. Coördinaten: 238,35#592,85.