Koren- en pelmolen (roggemolen) ‘De Kleine Molen' of ‘Lutje Meulen' stond aan de westkant van Blijham. Het was een achtkante rietgedekte stellingmolen op een stenen onderstuk met een rietgedekte kap. Eén roede was voorzien van zelfzwichting en de roeden hadden een vlucht van 64 à 65 voet. In 1924 werd besteld: een Pot-binnenroe nr.2554 met een lengte van 20,36 m en in 1925 een Pot-buitenroede nr.2570 met een lengte van 20,75 m. In 1926 werd de zelfzwichting hersteld. De molen was oorspronkelijk uitgerust met één paar korenmaalstenen en sinds 1934 heeft de molen één pelsteen.
De molen is gebouwd in 1823 als grondzeiler door molenmaker Geert Koopman uit Oude Pekela. In 1857 is hij herbouwd als stellingmolen en daarbij 25 voet omhooggebracht. In december 1822 werd de molen en gebouwen verkocht door Gerhardus Hazelhoff aan Albert Folkerts Hazelhoff (notariële acte). In 1825 was de weduwe Albert Folkerts Hazelhoff eigenaar, daarna (in 1831) D.H. Houwen (gehuwd met de weduwe Albert Folkerts Hazelhoff), Engel Hazelhoff (in 1888) en D. Hazelhoff.
Op 13 april 1945 is de molen afgebrand bij de bevrijding, in 1946 werd het muurwerk gesloopt. Op een sluitsteen boven de ingang staat: 1823 A.F.H. - F.A.H. (Albert Folkerts Hazelhoff en Tinne Abels Heeres). Een tekening als grondmolen van 1832 is in het bezit van de kerkvoogdij Blijham.
Standplaats: ten westen van het dorp aan de driesprong, 1,1 km ten westen van de kerk. Coördinaten: 267,7#570,7.