Deze molen was een pel- en later ook korenmolen. Het was een achtkante rietgedekte stellingmolen met lage stelling op een houten tussen- en een stenen onderstuk. De kap was met hout gedekt. De roeden hadden een vlucht van 72 voet en hadden beiden zelfzwichting. Hij is gebouwd in 1737, nadat een oudere pelmolen in 1734 was afgebrand (eigenaar Frederik Cornelis). Hij stond bekend als de oudste molen van Groningen. In 1862 werd naast de pelsteen ook een roggesteen in de molen gelegd. In 1917 kreeg de molen een ijzeren as van De Prins van Oranje 1873 afkomstig uit de molen van Bouman te Westernieland. In 1918 werd een ijzeren roede met zelfzwichting gestoken afkomstig van de molen van Bakker te Leens. De molen was de laatste jaren uitgerust met twee paar stenen. In 1949 draaide de molen voor het laatst. Hij is afgebroken (onttakeld) in september 1956, de sloopvergunning dateert van 10 december 1955. Het restant van het stenen onderstuk was nog aanwezig in 2005.
Eigenaars waren respectievelijk: 1784 Kornelis Freerks (volgens een brandverzekeringscontract); 1795-1838 Tiete Jacobs Huizinga en vrouw Mentje Jurjens; sinds 1862 Jacob Tiete Huizinga en de weduwe Huizinga tot 1864; sinds 1864 Klaas Huizinga, daarna de weduwe van Klaas Huizinga; Tiete Jacob Huizinga (1896-1968).
Standplaats: 500 m ten noordwesten van het dorp aan de oostzijde van de weg naar Broek. Coordinaten: 226,1#598,4.