De koren- en pelmolen van Aduard was een achtkante rietgedekte stellingmolen op een houten tussen- en onderstuk en met een rietgedekte kap. De molen was oorspronkelijk een pelmolen met twee paar pelstenen. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting en hadden een vlucht van 74 voet.

De molen is gebouwd in 1771 door Berend Doornbosch. Hij verving de dat jaar afgebrande molen van Pieter Jacobs uit 1721. In 1781 verkopen de erfgenamen de molen aan Jacob Wijbes, die hem in 1784 nog bezit (blijkt uit een contract). Eigenaar in 1797 is Hindrik Jacobs Brommersma, die hem in 1812 verkoopt aan Hindrik Klaassen van der Veen (notariële acte). Latere eigenaars zijn onder andere H.F. van der Molen tot 1832, daarna J.D. Huizinga tot 1840, daarna J.W. Groenman onder andere in 1851, daarna P.D. Poll, onder andere in 1854 toen de molen werd ingericht als roggemolen, Kornelis Bakker in 1872 en 1896, en Simon Voogd in 1906. In juli 1928 is de molen afgebroken.

Op een kaart uit 1781 staat op deze plaats een molen aangegeven. Verder komt hij voor op de stafkaart van 1854 en de waterstaatskaart van 1874.

Standplaats: aan de noordwest-zijde van het dorp, 200 m ten noordwesten van de toren. Kadaster: Aduard sectie B nr. 234. Coördinaten: 226,4#586,2.