Koren- en pelmolen ‘De Munte’ was een achtkante met dakleer gedekte stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk en een met dakleer gedekte kap. De molen had een houten as. Beide roeden waren voorzien van zelfzwichting, aangebracht in 1891 door molenmaker Streuper, na een bezoek aan Oostfriesland van molenaar Mans Mulder en molenmaker Harm Streuper. De zelfzwichting was niet uitgevoerd met houten kleppen maar met metalen raampjes bespannen met zeildoek. Het was de eerste molen in de provincie Groningen met zelfzwichting.
De molen is gebouwd omstreeks 1839, na afbranden van een molen uit 1828 in de nacht van 8 op 9 januari 1839. Op kaarten uit 1781 en 1837 staat op deze plaats al een molen aangegeven, waarschijnlijk stond er al een standerdmolen vóór 1628. De opvolger van deze standerdmolen was een stellingmolen uit 1738, afgebrand in 1828 en al sinds 1825 eigendom van Lammert Pieters Mulder.
Eigenaars: Lammert Pieters Mulder, die de molen verkoopt op 31 januari 1845; H.P. Mulder onder andere in 1865 en 1895; sinds 1895 P .Mulder Hzn.; E. Reinders onder andere in 1906. De molen is afgebroken in 1917. In 1871 is er een stoomwerktuig in de molen geplaatst. “Mans Mulders meulen maolt mooi meel, mooi meel maolt Mans Mulders meulen” (bakker Bos, eind 19e eeuw).
Standplaats: aan de noordzijde van het dorp ten oosten van het kanaal naar Zuidbroek, even ten zuiden van de brug over het Muntendammerdiep en even ten noorden van de draaibrug over het Dwarsdiep). Coördinaten: 254,13#573,67.