Molenbiotoop
Van groot belang voor behoud en beheer van molens is dat ze blijven draaien. Dat is goed voor het maatschappelijk draagvlak, een functionerende molen die is te bezoeken spreekt aan. Een stilstaande molen waar nooit iets gebeurt trekt geen aandacht en wordt vergeten. Maar het blijven draaien is ook noodzakelijk om de molen technisch in goede staat te houden. Een stilstaande molen waar nimmer wordt gedraaid vervalt in hoog tempo. Bij een functionerende molen is er toezicht. De molenaar constateert gebreken en doet daar wat aan of - als het gebrek ernstig is - waarschuwt tijdig om maatregelen te nemen.
Om goed te kunnen draaien heeft een molen een goede biotoop nodig: in de nabijheid van de molen mogen er geen windbelemmeringen door bomen of gebouwen zijn. Het onderzoek 'Molenbiotopen in Groningen' gaat in op de toestand van de biotopen van de Groninger molens in 2006. Doel van deze inventarisatie, uitgevoerd door Thomas Sleyfer in opdarcht van de afdeling Groningen van het Gilde van Vrijwillige Molenaars, was om op basis van de resultaten te bezien welke acties moeten/kunnen worden gevoerd om waar mogelijk slechte biotopen te verbeteren.
Project Frisse Wind
Voor een goed functionerende molen is een goede molenbiotoop noodzakelijk. Dat wil zeggen dat er rond de molen weinig of geen windbelemmeringen zijn, zodat de wind vrij toegang heeft. Een goede molenbiotoop hebben we samen in de hand. Dit kunnen we bereiken door met aandacht, kennis en betrokkenheid aan de omgeving te werken. De belangrijkste partners hiervoor zijn de molenaars, de gemeente, de dorpsvereniging of wijkraad en de bewoners. Door samen te werken knapt niet alleen de molenbiotoop op wat betreft aanvoer van wind en water, maar verbetert het ook de sociale samenhang van een gemeenschap met de molen. In Zuurdijk is in 2012 op deze wijze gewerkt en heeft deze aanpak veel enthousiasme en een betere biotoop opgeleverd. Op basis van deze praktische ervaring is een stappenplan ontwikkeld dat als leidraad kan dienen voor soortgelijke projecten.